
Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering
Inleiding
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - InleidingHet jaar 2024 heeft in het teken gestaan van de ontvlechting van de BAR-organisatie en de inrichting en ontwikkeling van de eigen ambtelijke organisatie aan de hand van een aantal werksporen:
- De winkel blijft open;
- De basis op orde houden;
- Met elkaar bouwen, en
- Warme overdracht.
Binnen deze werkpaden hebben we diverse activiteiten uitgevoerd. Zo is er onder andere een organisatievisie opgesteld, zijn de kernwaarden van de organisatie besproken en geactualiseerd en zijn de belangrijkste functies vervuld (al dan niet door inhuur). Ook is er overlegruimte gecreëerd in het Huis van Albrandswaard en zijn enkele belangrijke dossiers verder ontwikkeld, zoals het IHP, Antes, Omloop en Flexwoningen.
Voor bepaalde bedrijfsvoeringstaken is de BAR organisatie nieuwe stijl, De BedrijfsvoeringsPartner (DBP), de uitvoerende instantie voor Albrandswaard. In de paragraaf Bedrijfsvoering van de jaarrekening 2024 van DBP wordt hier verder op ingegaan.
In 2024 werkte een aantal medewerkers in dienst van de gemeente Ridderkerk, op basis van de samenwerkingsovereenkomst (SWO), exclusief voor Albrandswaard. Dit betrof de uitvoering van verschillende taken op het gebied van:
- Beheer Openbare Ruimte;
- Uitvoering Sociaal Domein, en
- Verkeer, Duurzaamheid & VTH.
Na vijf maanden is gebleken dat de positionering van het werkgeverschap leidt tot onduidelijkheid en inefficiëntie, waardoor het niet wenselijk is om deze situatie langer voort te zetten. Daarom hebben de directies van Ridderkerk en Albrandswaard besloten om de SWO-constructie per 1 januari 2025 aan te passen en de SWO-medewerkers in dienst te nemen bij de gemeente Albrandswaard. In de tweede helft van 2024 zijn de formele processen achter de schermen opgestart om dit op een zorgvuldige manier te realiseren.
Personeel
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - PersoneelBezetting in de organisatie, exclusief vacatureruimte
Na de ontvlechting van de BAR-organisatie en de overgang van het dienstverband van medewerkers naar de gemeente Albrandswaard waren er op 1 januari 2024 54,30 fte (63 medewerkers) in dienst van de gemeente. Gedurende 2024 traden 29,22 fte (31 medewerkers) in dienst en 2,67 fte (3 medewerkers) uit dienst. Het totaal aantal fte in dienst van de gemeente bedraagt daarmee per 31 december 2024 80,85 (91 medewerkers).
Het aantal fte in dienst van de gemeente Ridderkerk die op basis van de SWO exclusief voor de gemeente Albrandswaard werkte bedroeg per 1 januari 2024 42,94 (45 medewerkers). Gedurende 2024 traden 19,58 fte (21 medewerkers) in dienst en 10,11 fte (11 medewerkers) uit dienst. Het totaal fte bedroeg daarmee 52,41 (55 medewerkers) per 31 december 2024.
Ziekteverzuim
In 2024 was het verzuimpercentage in de gemeente Albrandswaard gemiddeld 6,98% (BAR-organisatie 2023: 6,93%). Ter vergelijking: in 2023 was het verzuimpercentage bij de gemeenten 6,5% (Personeelsmonitor WSGO-leden, 2023). De meldingsfrequentie van de gemeente Albrandswaard lag in 2024 op 0,37. Ter vergelijking: in 2023 lag de meldingsfrequentie bij de gemeenten op 1,0. Het percentage nulverzuim lag voor de gemeente Albrandswaard op 75,47% terwijl dit voor alle gemeenten slechts lag op 43%.
Werknemers in de doelgroep banenafspraak
Voor het jaar 2024 is de norm voor het aantal arbeidsuren van werknemers die vallen binnen de doelgroep banenafspraak (voorheen genoemd “garantiebanen”) ca. 3.600 uur. In 2024 zijn voor de doelgroep geen uren gerealiseerd. Onze gemeente heeft daarmee de doelstelling niet behaald. Wel waren in de SWO 2 medewerkers (1 per 31 december) in dienst die samen ca. 2.340 realiseerden. Deze medewerkers kenden echter een dienstverband met de gemeente Ridderkerk.
Beleidsindicatoren
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - BeleidsindicatorenIn de jaarrekening 2024 van De BedrijfsvoeringsPartner zijn de beleidsindicatoren die betrekking hebben op de bedrijfsvoering vermeld.
Interbestuurlijk Toezicht (IBT)
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - Interbestuurlijk Toezicht (IBT)In 2021 heeft de provincie besloten een 'Bestuursovereenkomst generiek interbestuurlijk toezicht 2022' (IBT) af te sluiten. Onderdeel van de gemaakte afspraken is dat de provincie minimaal één keer per jaar informeert over de actuele stand van zaken en aandachtspunten met betrekking tot het IBT. In bijlage 7 is de stand van zaken per 31-12-2024 verwerkt.
ENSIA
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - ENSIABurgers en bedrijven mogen een betrouwbare overheid verwachten die zorgvuldig met informatie omgaat. Wij voeren tal van processen en registraties uit die door het Rijk worden voorgeschreven in wet- en regelgeving. Verantwoording en toezicht op die uitvoering moeten betrouwbaarheid en beschikbaarheid van informatie en de kwaliteit van dienstverlening en continuïteit borgen.
Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENISA) is een raamwerk dat door de Nederlandse overheid is ontwikkeld om de informatieveiligheid binnen gemeenten te waarborgen. Het doel van ENSIA is om een uniforme aanpak te bieden voor het beoordelen en rapporteren van informatieveiligheid. Een dynamisch proces waarbij continue aandacht is voor verbetering.
In 2024 zijn zelfevaluaties en externe audits uitgevoerd. Onderstaand geven wij een beeld van de belangrijkste uitkomsten op de uitgevoerde audits. Deze zorgen voor een beeld van de uitvoering op de onderstaande wet- en regelgeving:
- Implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) - Zelfevaluatie
- Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Suwinet) – Geauditeerde zelfevaluatie
- Digitale Persoonsidentificatie (DigiD) – Geauditeerde zelfevaluatie
- Basis Registratie Personen (BRP) - Zelfevaluatie
- Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland (PUN) - Zelfevaluatie
- Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) - Zelfevaluatie op datakwaliteit
- Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) - Zelfevaluatie op datakwaliteit
- Basisregistratie Ondergrond (BRO) - Zelfevaluatie op datakwaliteit..
De collegeverklaring is in het college van 25 maart 2025 behandeld en ondertekend.
In de onderstaande tabel zijn de onderdelen en de status per einde 2024 opgenomen.
Baseline onderdelen | Toelichting | Status |
Beleid en organisatie | Het strategisch informatiebeveiligingsbeleid is geldig tot en met 2027 en in lijn met de voor overheden verplichte landelijke Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit het implementeren van technische- en organisatorische maatregelen waarvan ook een stuk privacy-borging in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming afhankelijk is.
|
Ruim voldoende |
Personeel en toegang |
Betrouwbare medewerkers zijn een belangrijke schakel op het gebied van informatieveiligheid. Daarom vragen we waarborgen aan nieuwe medewerkers en externen. Voorbeelden hiervan zijn de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), integriteit- en geheimhoudingsverklaringen en afspraken in overeenkomsten met (keten)partners. Koppeling van alle applicaties aan het systeem van indienst- en uitdiensttreding van medewerkers om tijdige aan- en afsluiting van toegang te borgen. |
Ruim voldoende |
Continuïteit en incidenten |
De continuïteit van onze dienstverlening is van cruciaal belang. Als we geconfronteerd worden met een incident of calamiteit moet hierop adequaat en gedegen gereageerd worden. Wat ons ook overkomt, de dienstverlening moet binnen afgesproken (en soms wettelijke) termijnen weer operationeel zijn. Dit vraagt om een goede borging van bedrijfscontinuïteitsbeheer. Aandachtspunten zijn:
|
Voldoende |
Informatiesystemen |
Het beheer van zakelijke ICT-bedrijfsmiddelen is voldoende georganiseerd. De hard- en software is centraal in beeld en in beheer. Onze informatievoorziening wordt steeds meer een hybride omgeving. Dit heeft alles te maken met de wereldwijde cloudontwikkeling, waarbij softwareleveranciers hun diensten alleen nog maar als clouddienst beschikbaar stellen. |
Ruim voldoende |
Databescherming |
Databescherming gaat voornamelijk over de integriteit en vertrouwelijkheid van gegevens. "De juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon". Deze data zitten in ontzettend veel en verschillende systemen zoals vak-applicaties, basisregistraties, Zaaksysteem, netwerkmappen, websites en het e-mailsysteem. Binnen al deze omgevingen moet data geclassificeerd worden op beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid. Vanwege de complexiteit en hoeveelheid aan werk vraagt het invoeren een meerjarenaanpak. De AVG schrijft voor dat (persoons)gegevens moeten zijn afgeschermd als deze niet direct nodig zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden. Dit is het “Need to Know”-principe. Het afschermen vangegevens in informatiesystemen gaat op basis van dataclassificatie en rechtentoekenning.
|
Ruim voldoende |
ENSIA-stelsel | Toelichting | Status |
Suniwet (Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) |
Van onze ENSIA-zelfevaluatie worden jaarlijks twee onderdelen geaudit door een IT-auditor: DigiD en Suwinet. De basis voor de audit vormt de collegeverklaring. Hierin zijn de uitkomsten van de ENSIA-zelfevaluatie opgenomen. Voor Suwinet wordt getoetst op opzet en bestaan. Voor Suwinet worden de collegeverklaring en bijlagen als verantwoording verzonden naar BKWI/SZW. Het BKWI is de beheerdersorganisatie voor Suwinet-aansluitingen. |
Ruim voldoende |
DigiD (Digitale Persoonsidentificatie) | Van onze ENSIA-zelfevaluatie worden jaarlijks twee onderdelen geaudit door een IT-auditor: DigiD en Suwinet. De basis voor de audit vormt de collegeverklaring. Hierin zijn de uitkomsten van de ENSIA-zelfevaluatie opgenomen. Voor DigiD wordt getoetst op opzet, bestaan en werking. Voor DigiD worden de collegeverklaring en bijlagen als verantwoording verzonden naar toezichthouder Logius/BZK. DigiD is een authenticatiemiddel dat wordt ingezet voor onze digitale dienstverlening. | Ruim voldoende |
BRP (Basis Registratie Personen) |
BRP is de basisregistratie waarin alle inwoners zijn geregistreerd. Gemeenten beheren deze BRP voor hun inwoners. Uiteindelijk worden alle BRP-registraties landelijk gekoppeld, zodat overheidsinstanties, zorgverleners en andere dienstverleners die gebruik mogen maken van deze BRP beschikken over de juiste persoonsinformatie. Vanwege het grote landelijke belang rondom de BRP zijn gemeenten verplicht om jaarlijks een zelfevaluatie uit te voeren. Een inhoudelijke controle van persoonslijsten |
Voldoende |
PUN (Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland) | Gemeenten verzorgen de aanvraag en het uitreiken van reisdocumenten voor hun inwoners. Reisdocumenten zijn erg waardevol en vaak de sleutel tot identiteitsfraude. De processen rondom het aanvragen en uitreiken zijn daarom strikt. De burgemeester is verantwoordelijk voor de borging van deze processen en moet hierover jaarlijks verantwoording afleggen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Via de ENSIA-verantwoording infomeren we ook het eigen bestuur over de stand van zaken. De gemeente heeft op dit onderdeel 1590 van de totaal 2000 punten behaald. | Ruim voldoende |
BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) | De BAG bevat gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente. Kopieën van al deze gegevens zijn verzameld in een landelijke voorziening. Deze voorziening wordt landelijk gebruikt door overheden, organisaties en particulieren. Net als alle andere bronhouders verantwoorden we ons jaarlijks over de stand van zaken rondom het beheer van deze BAG. De zelfevaluatie BAG over het jaar 2024 is afgerond met een score van 90%. Hiermee voldoen we aan de landelijk gestelde norm van minimaal 75%. Dit percentage is vergelijkbaar met vorig jaar. | Ruim voldoende |
BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) | De BGT is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. Kortom: de inrichting van de fysieke omgeving. De BGT is een landelijk uniforme registratie die alleen gemaakt kan worden vanuit een goede samenwerking tussen de diverse bronhouders. Gemeenten zijn als bronhouder medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van deze landelijke basisregistratie. Net als alle andere bronhouders verantwoorden we ons jaarlijks over de stand van zaken rondom het beheer van deze BGT. De zelfevaluatie BGT over het jaar 2024 is afgerond met een score van 98%. Hiermee voldoen we aan de landelijk gestelde norm van minimaal 75%. | Ruim voldoende |
BRO (Basisregistratie Ondergrond) | De BRO bevat bodem- en ondergrondgegevens. Het gebruik van deze gegevens is de laatste decennia sterk toegenomen. Een goede informatievoorziening over de ondergrond is van wezenlijk belang voor het realiseren van bestuurlijke ambities als het omgevingsplan, de energietransitie, watertoets en dergelijke. Als we willen dat onze inwoners hier ook actief in participeren, moet het fundament hiervoor op orde en goed ingevuld zijn. De BRO is een van de elementen die de verschillende opgaves mogelijk moeten maken. De gemeente is bronhouder voor deze basisregistratie. Net als alle andere bronhouders verantwoorden we ons jaarlijks over de stand van zaken rondom het beheer van deze BRO. De zelfevaluatie BRO over het jaar 2024 is positief afgerond met een score van 95%. Hiermee voldoen we aan de landelijk gestelde norm van minimaal 60%. | Ruim voldoende |
Rechtmatigheidsverantwoording
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - RechtmatigheidsverantwoordingDe rechtmatigheidsverantwoording heeft betrekking op drie criteria: begrotingscriterium, voorwaardencriterium en het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium.
Begrotingscriterium
De begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de geautoriseerde begroting. Dit wordt formeel als volgt omschreven:
“Financiële beheerhandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s”.
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dienen de afwijkingen in de jaarrekening herkenbaar te worden opgenomen en van een toelichting te worden voorzien. Als blijkt dat de gerealiseerde uitgaven op programmaniveau hoger zijn dan geautoriseerd, is er sprake van begrotingsonrechtmatigheid. Er zijn verschillende typen begrotingsoverschrijdingen. Overschrijdingen die binnen de beleidskaders van de gemeente passen, worden in het collegeoordeel niet meegewogen.
De door de raad gestelde kaders zijn bepalend voor de invulling van het budgetbeheer door het college. Het systeem van budgetbeheer- en bewaking moet waarborgen dat de baten en de lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan de raad, zodat deze tijdig een besluit kan nemen.
Om de kaders te bepalen, is op 5 februari 2024 de nieuwe financiële verordening door de gemeenteraad vastgesteld (met ingangsdatum 1-1-2024). Hierin is, in artikel 22, aangegeven dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen zijn enkel acceptabel in de volgende situaties (zie artikel 22 lid 4):
a. Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.
b. Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.
c. De overschrijding is geautoriseerd door middel van vaststelling van een tussentijdse rapportage.
d. Budgettair neutrale verdeling van kostenplaatsen naar taakvelden. Dit mag programma overstijgend zijn, maar betreffen enkel:
- Doorbelasting van personele kosten (inclusief inhuur);
- Doorbelasting van kosten huis van Albrandswaard;
- Doorbelasting van de bijdrage Bedrijfsvoeringspartner, en
- Doorbelasting van de bijdrage aan de Samenwerkingsovereenkomst Ridderkerk.
In artikel 20 lid 3 van de financiële verordening wordt aangegeven dat geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 50.000 worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering. Van elke afzonderlijke budgetafwijking wordt aangegeven of deze acceptabel of onrechtmatig is.
In de rechtmatigheidsverantwoording weegt de bruto-overschrijding dus mee voor de correctie van acceptabele overschrijdingen. De bruto-overschrijding betreft de totale overschrijding van de lasten van een programma. De financiële verordening geeft spelregels wanneer overschrijdingen als acceptabel worden aangemerkt. Na correctie van de acceptabele overschrijdingen blijkt de netto (niet-acceptabele) overschrijding. In de paragraaf Bedrijfsvoering presenteren wij de bruto-overschrijding en de netto-overschrijding. Doordat de overschrijdingen grotendeels acceptabele verschillen zijn, is er geen verbeterplan nodig omdat we onder de tolerantiegrens van 1% uitkomen.
Bovenstaande werkwijze leidt tot de volgende opsomming:
Begrotingsonrechtmatigheden | Bedragen x € 1 |
Begrotingscriterium | |
1A. Overschrijding lasten programma’s (of indien van toepassing een ander door de gemeenteraad vastgesteld autorisatieniveau) | 4.100.501 |
1B. Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) | 106.900 |
2. Ongeautoriseerde reservemutaties | 0,00 |
3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten, investeringen en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of niet tijdig aan de raad zijn gemeld | 193.469 |
Totaal begrotingsonrechtmatigheden | 4.400.870 |
4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1 en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid. In de rechtmatigheidsverantwoording wordt verwezen naar dit vooraf vastgestelde beleid. De niet-acceptabele begrotingsonrechtmatigheden worden inhoudelijk in de rechtmatigheidsverantwoording en in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht. |
4.031.122
|
Voorwaardencriterium | |
5. Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed (inhoudelijk hier toelichten en in de paragraaf bedrijfsvoering) | 69.325 |
M&O-criterium | |
6. Geen bevindingen | 0,00 |
Totaal onrechtmatigheden | 4.470.195 |
Waarvan acceptabel | 4.031.122 |
Waarvan niet-acceptabel | 439.073 |
Voor de analyse van de onrechtmatigheden verwijzen wij u graag naar het onderdeel volgend op onderstaande tabel.
Programmarekening (begrotingscriterium)
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - Programmarekening (begrotingscriterium)In de volgende tabel zijn de lasten van 2024 opgenomen, voor zowel de begroting na wijziging als de daadwerkelijke lasten.
Begrotingsrechtmatigheid (lasten) |
Begroting na wijziging 2024 |
Werkelijk 2024 |
Verschil (voordeel is + nadeel is -) |
Na correcties acceptabel |
|
---|---|---|---|---|---|
Lasten |
|||||
1 Openbare Orde & Veiligheid & Algemeen Bestuur |
4.922.400 |
7.600.960 |
-2.678.560 |
0 |
|
2 Ruimtelijke Ordening, Wonen & Economie |
5.946.700 |
4.763.552 |
1.183.148 |
0 |
|
3 Buitenruimte |
18.626.100 |
17.898.775 |
727.325 |
0 |
|
4 Financiën |
20.000 |
41.051 |
-21.051 |
0 |
|
5 Educatie |
3.386.600 |
2.955.932 |
430.668 |
0 |
|
6 Sport |
2.105.700 |
2.043.268 |
62.432 |
0 |
|
7 Sociaal Domein |
28.858.810 |
29.778.621 |
-919.811 |
0 |
|
9 Overige Baten en Lasten |
|||||
9.1-Algemene dekkingsmiddelen |
303.800 |
515.868 |
-212.068 |
0 |
|
9.2-Overhead |
12.237.400 |
12.506.411 |
-269.011 |
118.229 |
|
9.3-Vennootschapbelasting |
7.800 |
-8.034 |
15.834 |
0 |
|
9.4-Onvoorzien |
75.000 |
0 |
75.000 |
0 |
|
Totaal 9 Overige Baten en Lasten |
12.624.000 |
13.014.245 |
-390.245 |
118.229 |
|
Totaal Lasten |
76.490.310 |
78.096.405 |
-1.606.095 |
118.229 |
|
Gerealiseerd resultaat |
76.490.310 |
78.096.405 |
-1.606.095 |
118.229 |
Overschrijding lasten
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - Overschrijding lastenDe bruto overschrijdingen betreffen de volgende programma’s:
- Openbare Orde & Veiligheid en Algemeen Bestuur: € 2.678.560;
- Financiën: € 21.051;
- Sociaal Domein: € 919.811;
- Algemene dekkingsmiddelen: € 212.068, en
- Overhead: € 269.011.
Totale bruto overschrijding alle programma’s: € 4.100.501. Dit is het bedrag wat meetelt in de rechtmatigheidsverantwoording.
Dit betekent dat de uitgaven in de hierboven genoemde programma’s in principe onrechtmatig zijn, en er dus onrechtmatig is gehandeld. Echter, een groot deel van de uitgaven betreffen acceptabele overschrijdingen, zoals geformuleerd in de financiële verordening. In artikel 22 lid 4 van de financiële verordening wordt aangegeven wanneer gedane uitgaven als acceptabel worden beschouwd (zie het onderdeel Begrotingscriterium). Hierdoor corrigeren we de bruto overschrijdingen in de betreffende programma’s, met de genoemde categorieën in de financiële verordening.
Dit leidt tot een niet-acceptabele overschrijding van € 118.229.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de programma's Openbare Orde & Veiligheid en Algemeen Bestuur, Financiën, Sociaal Domein, Algemene dekkingsmiddelen en Overhead overschrijdingen laten zien die verklaard dienen te worden. De overige programma's laten geen overschrijdingen zien. De uitgaven van deze programma's zijn daarmee acceptabel.
Programma 1: Openbare Orde & Veiligheid en Algemeen Bestuur
De totale overschrijding in dit programma bedraagt € 2.678.560.
We noemen hieronder de belangrijkste afwijkingen per subprogramma, indien er significante overschrijdingen zijn geconstateerd.
Voor de verdere financiële analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar programma 1 in dit boekwerk.
1.2 Algemeen Bestuur
De totale overschrijding van dit subprogramma bedraagt € 2.724.302. Hieronder volgt de toelichting.
Voorzieningen
De stortingen in de voorzieningen betreffen twee voorzieningen: één voor de wethouderspensioenen en één voor het wachtgeld van voormalig wethouders. Voor de stortingen was in totaal € 100.000 begroot, maar uiteindelijk is er € 582.758 daadwerkelijk gestort. De overschrijding bedraagt dus € 480.758. De informatie voor de stortingen ontvangen we pas aan het eind van het jaar, waardoor we dit niet eerder hebben kunnen voorzien.
Conclusie: We classificeren de afwijking als een categorie b budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
Doorbelasting Huis van Albrandswaard
De totale kosten voor het Huis van Albrandswaard, worden verdeeld over verschillende programma's, waaronder over programma 1. De doorverdeling naar dit programma is € 50.417 hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt met name doordat er voor het Huis van Albrandswaard in z'n totaliteit meer kosten zijn gemaakt dan begroot, door met name hogere uitgaven aan energie en onderhoud.
Niet alleen de kosten, maar ook de baten worden op dezelfde wijze verdeeld over de programma's. Hierdoor staan er direct gerelateerde baten tegenover de lasten. Voor programma 1 gaat het om € 33.872 aan baten.
Conclusie: We classificeren de afwijking als een categorie a budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
Bijdrage SWO
In 2024 zijn alle kosten die in de SWO zijn gemaakt door Ridderkerk, doorbelast aan Albrandswaard. De kosten voor inhuur zijn zoveel als mogelijk rechtstreeks bij Albrandswaard in rekening gebracht. Ten tijde van het opstellen van de tweede tussenrapportage, was er sprake van een groot financieel voordeel in de SWO, omdat er veel vacatures niet ingevuld waren en ook niet meer ingevuld zouden gaan worden. Er is daarom besloten om een deel van het budget af te ramen. Hierbij ging het om een bedrag van € 2.580.000.
In het laatste kwartaal waren de kosten binnen de SWO echter flink hoger dan verwacht, met name door diverse inhuurnota's, waardoor er achteraf gezien teveel van het oorspronkelijke budget is afgeraamd. Over heel 2024 bezien betreft de overschrijding in dit subprogramma € 561.534. De lasten van de SWO worden echter, net als bij de DBP, doorverdeeld vanuit programma 1 naar de overige programma's.
Conclusie: We classificeren de afwijking als een categorie d budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
Dummy rekeningen
De dummy rekeningen lopen door alle programma's heen, en hebben te maken met de interne doorbelasting van de DBP-kosten (uren), de eigen personeelskosten en de kosten van de SWO, naar de diverse taakvelden en programma's. Deze doorverdeling leidt tot verschillen in de programma's en de taakvelden.
Het totaal van alle dummy rekeningen komt, samen met de interne doorbelastingen voor eigen personeel en materieel, voor alle programma's uit op € 0,00. Hierbij lopen de mutaties in de programma's 2 t/m 9 weg tegen de mutaties uit programma 1.
In programma 1.2 zorgen de dummy rekeningen voor een totale onderschrijding (minder baten), van alle programma's samen, van € 1.812.063, waardoor er op totaalniveau dus minder doorverdeeld kan worden naar de overige programma's. Voor dit subprogramma is het effect echter een onderschrijding van € 89.580.
Conclusie: We classificeren de afwijkingen als een categorie d budgetafwijking, en zijn daarmee acceptabel.
De overige verschillen in dit subprogramma zijn individueel allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
Programma 4 Financiën
De totale overschrijding in dit programma bedraagt € 21.051. Het verschil in dit programma bestaat uit diverse individuele verschillen, die allemaal kleiner zijn dan € 50.000. Daarom zijn ze niet nader geanalyseerd.
Voor de verdere financiële analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar programma 4 in dit boekwerk.
Programma 7 Sociaal domein
De totale overschrijding in dit programma bedraagt € 919.811.
We noemen hieronder de belangrijkste afwijkingen per subprogramma, indien er significante overschrijdingen zijn geconstateerd.
Voor de verdere financiële analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar programma 7 in dit boekwerk.
7.1 Maatschappelijke ondersteuning
De totale overschrijding van dit subprogramma bedraagt € 473.909. Hieronder volgt de toelichting.
SPUK-regelingen
In dit subprogramma zitten diverse SPUK-regelingen. Voor de rechtmatigheid is één regeling van belang:
Toeslagenaffaire --> totale overschrijding van € 589.357.
Deze uitgaven worden gecompenseerd door direct gerelateerde baten uit de bijbehorende specifieke uitkering.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking als een categorie a budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
WMO
Ook de WMO-uitvoering zit in dit subprogramma. De uitvoering bestaat uit meerdere onderdelen, waarvan de volgende onderdelen een overschrijding van meer dan € 50.000 laten zien:
Voorzieningen WMO-gehandicapten --> overschrijding van € 100.036.
WMO Begeleiding --> overschrijding van € 52.820.
WMO Begeleiding en overige PGB --> overschrijding van € 63.021.
Totale overschrijding op WMO: € 215.877.
De overschrijdingen komen voornamelijk door eerder gedane aframingen van de begroting, van € 250.000, met als achterliggende gedachte het bereiken van een structurele sluitende jaarschijf 2024. Daarnaast zijn er meer uitgaven gedaan dan verwacht voor het plaatsen van bepaalde voorzieningen.
Conclusie: De afwijkingen betreffen een open-einde regeling, en kwalificeren we daarom als categorie b budgetafwijkingen, en zijn daarmee acceptabel.
De overige verschillen zijn allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
7.2 Kwetsbare groepen
De totale overschrijding van dit subprogramma bedraagt € 175.220. Hieronder volgt de toelichting.
Oekraïne-opvang
De kosten voor de opvang van Oekraïnse vluchtelingen zijn in totaal met € 131.994 overschreden. Dit bedrag is inclusief een onderschrijding van de lasten bij een van de opvanglocaties, van € 57.980. De kosten van de opvang van Oekraïnse vluchtelingen worden volledig gecompenseerd door het Rijk.
Conclusie: We kwalificeren de afwijkingen als een categorie a budgetafwijking, en zijn daarmee acceptabel.
De overige verschillen zijn allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
7.3 Participatie
De totale overschrijding van dit subprogramma bedraagt € 303.339. Hieronder volgt de toelichting.
Wet BUIG
Voor de wet BUIG bedraagt de overschrijding € 824.140. Er worden meer uitkeringen verstrekt, dan wat de BUIG-vergoeding dekt. Verder zijn er ook meer loonkostensubsidies verstrekt. De uitvoering van deze wet betreft een open einde regeling.
Conclusie: De afwijking betreft een open-einde regeling, en kwalificeren we daarom als categorie b budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
Minimabeleid
Aan het minimabeleid is € 146.172 meer uitgegeven dan begroot. Dit komt met name omdat er meer is uitgegeven voor onder meer de uitkering van de energietoeslag en bijzondere bijstand. Voor de uitgaven aan de energietoeslag worden we volledig gecompenseerd door het Rijk, waardoor er direct gerelateerde baten tegenover staan.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking als een categorie a budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
De overige verschillen zijn allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
7.4 Jeugdzorg
De totale overschrijding van dit subprogramma bedraagt € 334.088. Hieronder volgt de toelichting.
GRJR
In dit subprogramma zit de uitvoering van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond, en bestaat uit de volgende onderdelen:
Opdracht A: Gewoon opgroeien buiten gezin - Pleegzorg --> overschrijding van € 253.389.
Opdracht B: Weer naar huis(opname) -JH en verblijf --> onderschrijding van € 18.189.
Opdracht C: Opgroeien met blijvende ondersteuning --> onderschrijding van € 20.935.
Opdracht D: Steun, Hulp, Behandel overdag (daghulp) --> onderschrijding van € 22.558.
Opdracht E: Pakket Thuis (ambulante hulp) JH Behandel --> onderschrijding van € 24.335.
Opdracht F: Crisishulp -JeugdH crisis/LTA/GGZ verbl. --> onderschrijding van € 18.566.
Opdracht G: Gecertificeerde Instell. Jeugdbescherm. --> onderschrijding van € 24.558.
Opdracht G: Gecertificeerde Instell. Jeugdreclasser. --> onderschrijding van € 22.502.
Opdracht H: Veilig Thuis Rdam Rijnm Jeugdbescherm. --> onderschrijding van € 18.116.
Opdracht I: Overige -JeugdH crisis/LTA/GGZ-verblijf --> onderschrijding van € 11.177.
Opdracht I: Overige - Buitenreg. plaatsingen --> onderschrijding van € 1.386.
Opdracht J: Coördinatie en beleid Jeugd (uitv.kn) --> overschrijding van € 3.811.
Totale overschrijding op regionale jeugdhulp: € 74.879.
Zie de verklaring onder het kopje 'Lokale jeugdhulp' hieronder voor een nadere toelichting.
Conclusie: De diverse afwijkingen betreffen een open-einde regeling, en kwalificeren we daarom als een categorie b budgetafwijking, en zijn daarmee acceptabel.
Lokale jeugdhulp
De verantwoording van de lokale jeugdhulp is dit jaar samen genomen (zie de toelichting in programma 7 voor meer informatie hierover), en bestaat uit de volgende onderdelen:
Lokale jeugdhulp PBG --> onderschrijding van € 195.200.
Perceel 1: Ambulante jeugdhulp met verblijf --> overschrijding van € 14.269.
Perceel 1: Ambulante jeugdhulp lokaal zonder verblijf --> onderschrijding van € 318.962.
Perceel 2: Dagprogramma's --> overschrijding van € 200.706.
Perceel 2: Jeugdhulp begeleiding afhand2024 --> overschrijding van € 1.050.
Perceel 2: Jeugdhulp dagbesteding afhand2024 --> overschrijding van € 9.776.
Perceel 3: Generalistische basis GGZ --> onderschrijding van € 73.257.
Perceel 3: Jeugdhbeh. GGZ verblijf afhand. 2024 --> overschrijding van € 619.105.
Perceel 4: Dyslexie --> overschrijding van € 63.589.
Jeugdhulp Maatwerkovereenkomsten --> overschrijding van € 16.256.
Lokale jeugdhulp ZIN --> geen over- of onderschrijding.
Totale overschrijding op lokale jeugdhulp: € 337.302.
In 2024 is een duidelijke verschuiving zichtbaar in de inzet van jeugdhulp. De uitgaven aan lokaal ingekochte jeugdhulp (inclusief PGB) zijn toegenomen, terwijl de totale kosten voor regionaal ingekochte specialistische jeugdhulp zijn afgenomen. Dit heeft geleid tot een overschrijding op de lokale jeugdhulpbudgetten. Echter komt het totale jaarresultaat 2024 voor alle jeugdhulpbudgetten uit op een positief resultaat. De uitgaven aan jeugdhulp betreffen een open-einde regeling.
Conclusie: De diverse afwijkingen betreffen een open-einde regeling, en kwalificeren we daarom als een categorie b budgetafwijking, en zijn daarmee acceptabel.
De overige verschillen zijn allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
Programma 9.1 Algemene dekkingsmiddelen
De totale overschrijding in het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen bedraagt € 212.068.
We noemen hieronder de belangrijkste afwijkingen per binnen dit subprogramma, voor de significante overschrijdingen.
Voor de verdere financiële analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar het programma 'Niet in voorgaande programma's verantwoorde baten en lasten'.
Rentetoerekening activa
De belangrijkste oorzaak voor de overschrijding betreft de toerekening van rente vanuit de activa aan de diverse taakvelden. De toerekening is een stuk lager uitgevallen dan begroot (nadelig effect is € 247.599), als gevolg van een lagere omslagrente en uitgestelde investeringen.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking als een categorie a budgetafwijking, en is daarmee acceptabel.
De overige verschillen in dit subprogramma zijn individueel allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
Programma 9.2 Overhead
De totale overschrijding in het onderdeel Overhead bedraagt € 269.011.
We noemen hieronder de belangrijkste afwijkingen binnen dit subprogramma, voor de significante overschrijdingen.
Voor de verdere financiële analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar het programma 'Niet in voorgaande programma's verantwoorde baten en lasten'.
Overhead
De belangrijkste oorzaak voor de overschrijding betreft de doorbelaste overhead vanuit DBP; hier is € 50.964 meer aan uitgegeven dan begroot. Hier staat in programma 1 echter een voordeel op de doorbelasting van de DBP-uren tegenover, van € 106.685. Ook de doorbelaste overhead van de SWO laat een overschrijding zien, deze is € 62.335. Dit hangt samen met de overschrijding van de SWO in programma 1. In tegenstelling tot bij DBP, staan er echter geen baten c.q. een nadere doorverdeling tegenover deze overschrijding in dit subprogramma.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking van € 50.964 als een categorie a afwijking, en is daarmee acceptabel. De afwijking van € 62.335 betreft een onrechtmatige budgetafwijking. Er telt derhalve € 62.335 mee in het oordeel.
Juridische zaken
Voor juridische zaken is € 55.894 meer uitgegeven dan begroot. Dit komt voornamelijk door personele uitval, waardoor er meer gebruik is gemaakt van externe rechtsbijstand dan verwacht. Dit had echter wel bijgesteld kunnen worden in de begroting gedurende het jaar.
Conclusie: We classificeren de afwijking van € 55.894 als een onrechtmatige budgetafwijking. Er telt derhalve € 55.894 mee in het oordeel.
Dummy rekeningen
De dummy rekeningen lopen door alle programma's heen, en hebben te maken met de interne doorbelasting van de DBP-kosten (uren), de eigen personeelskosten en de kosten van de SWO, naar de diverse taakvelden en programma's. Deze doorverdeling leidt tot verschillen in de programma's en de taakvelden.
Het totaal van alle dummy rekeningen komt, samen met de interne doorbelastingen voor eigen personeel en materieel, voor alle programma's uit op € 0,00. Hierbij lopen de mutaties in de programma's 2 t/m 9 weg tegen de mutaties uit programma 1.
In programma 9.2 zorgen de dummy rekeningen voor een totale overschrijding van € 72.897.
Conclusie: We classificeren de afwijkingen als een categorie d budgetafwijking, en zijn daarmee acceptabel.
De overige verschillen in dit subprogramma zijn individueel allemaal kleiner dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
Investeringen
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - InvesteringenInvesteringen (begrotingscriterium)
In bijlage 3 “Staat van kredieten” zijn alle beschikbaar gestelde kredieten opgenomen.
De totale overschrijding van de kredieten bedraagt € 391.000. Dit is het bedrag wat meetelt in de rechtmatigheidsverantwoording.
Het betreft de volgende kredieten, met daarachter het bruto bedrag van de overschrijding:
Reconstructie de Gaarde, Jasmijn en Sering € 39.700
Renovatie park Rhoon en Sportlaan € 20.900
Fietsverbinding Park Rhoon € 2.000
Rehabilitatie Akkerstraat € 4.400
Kleine verkeersmaatregelen Albrandswaard € 5.800
Agrarische percelen polder Albrandswaard € 252.700
Ventilatie scholen De Parel € 400
Voorbereidingskrediet locatie Veerhuys € 14.800
Sportpark de Omloop - grondaankoop € 31.400
Reconstructie terreinen verwijderde putten € 18.900
Totaal € 391.000
Voor de kredieten 'Agrarische percelen polder Albrandswaard' en 'Sportpark de Omloop' worden de lasten gecompenseerd met direct gerelateerde baten. Deze overschrijdingen tellen derhalve niet mee in het oordeel.
Hierdoor blijft er een onderschrijding van € 106.900 over. Dit bedrag bestaat uit allemaal overschrijdingen die individueel kleiner zijn dan € 50.000, en daarom niet nader geanalyseerd.
Bovenstaande leidt tot een niet-acceptabele overschrijding van € 0,00.
De investeringen waarbij de grens van € 50.000 overschreden is, betreffen onderstaande projecten waarbij deelkredieten zijn gesaldeerd tot de volledige projecten.
Investeringen |
Totaal beschikbaar gesteld krediet |
Beschikbaar 2024 |
Werkelijke uitgaven 2024 |
Beschikbaar ultimo 2024 |
---|---|---|---|---|
Welhoeksedijk Fietsstraat + poller |
250.000 |
224.000 |
149.800 |
74.200 |
Welhoeksedijk Fietsstraat + poller (bate) |
-128.000 |
-128.000 |
- |
-128.000 |
Subtotaal |
122.000 |
96.000 |
149.800 |
-53.800 |
Agrarische percelen polder Albrandswaard |
- |
- |
252.700 |
-252.700 |
Totaalsaldo |
122.000 |
96.000 |
276.150 |
-180.150 |
Welhoeksedijk Fietsstraat
Uitvoering project is gestart in 2024 en de 1ste fase is afgerond. Project heeft doorloop in 2025 en heeft vertraging opgelopen vanwege kabel en leidingwerkzaamheden. In 2025 wordt nog de subsidie van de MRDH verwacht.
Agrarische gronden Polder Albrandswaard
Wegens het afsluiten van de grondexploitatie Polder Albrandswaard in 2024, zijn de boekwaarden van de grond van een aantal percelen overgeheveld naar de investeringen. Tegenover deze lasten staat een even groot voordeel in de betreffende grondexploitatie. Bij het behandelen van het MPO 2025 zal de overheveling van de gronden als apart beslispunt voor de raad worden opgenomen.
Overschrijdingen baten en onderschrijdingen baten & lasten
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - Overschrijdingen baten en onderschrijdingen baten & lastenAchtergrond
Niet alleen de overschrijding van de lasten worden betrokken in de rechtmatigheid, ook de onderschrijding op de lasten & over- en onderschrijdingen van baten tellen mee. In de Kadernota rechtmatigheid van het BBV uit oktober 2024, is hierover het volgende opgenomen:
'Begrotingsafwijkingen zijnde overschrijdingen van baten en/of onderschrijdingen van lasten, investeringen en baten zijn op zichzelf niet onrechtmatig. Deze kunnen alleen onrechtmatig zijn als die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of te laat aan de raad zijn gemeld. Dit tijdig melden raakt immers ook het directe budgetrecht en daarmee de kaderstellende rol van de raad. Het college betrekt de overschrijdingen van de lasten en investeringen ten opzichte van de begroting na wijziging en (bekende of bekend behoorden te zijn), afwijkende baten en onderschrijdingen van lasten en investeringen die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of niet tijdig aan de raad zijn gemeld bij de fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording'.
Om invulling te geven aan de eisen zoals ze in de Kadernota genoemd worden, volgt hieronder de specificatie van respectievelijk de onderschrijding van de lasten, en de over- en onderschrijdingen van de baten. Ook voor deze onderdelen geldt dat alleen afwijkingen die groter zijn dan € 50.000, in de analyse worden meegenomen. De bruto en netto over- en onderschrijdingen die hier uit volgen, zijn meegenomen in de eerder getoonde tabel 'Begrotingsrechtmatigheden'.
Onderschrijding lasten en over- en onderschrijding baten
Bij de tweede tussenrapportage is het geschetst beeld zo actueel mogelijk geweest. Gezien de organisatieontwikkeling en de timing zijn een aantal mutaties geweest, die we niet hadden voorzien. Er zijn een aantal afwijkingen die eerder gemeld hadden kunnen worden.
Gemalen
De onderschrijding van de lasten, van € 127.187, kan volledig worden verklaard door de lagere energiekosten vanuit Greenchoice. Deze onderschrijding is niet eerder gemeld dan in de jaarrekening, maar speelt al een groot deel van het jaar. Dit had derhalve eerder gemeld kunnen worden.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking van € 127.187 als een onrechtmatige budgetafwijking. Er telt derhalve € 127.187 mee in het oordeel.
Begraafplaatsen
De overschrijding van de baten bedraagt € 66.282, en komt met name door meer geïnde onderhoudskosten en meer her-begravingen, als gevolg van het wegwerken van de achterstanden in de administratie. De extra opbrengst is weliswaar incidenteel, maar had moeten leiden tot een begrotingswijziging. Dit is helaas niet gebeurd.
Conclusie: We kwalificeren de afwijking van € 66.282 als een onrechtmatige budgetafwijking. Er telt derhalve € 66.282 mee in het oordeel.
Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium heeft betrekking op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving, zowel intern als extern.
Met onze interne controles sluiten we aan bij de goedkeurings- en rapporteringstoleranties die de accountant hanteert. In nauwe samenspraak met de accountant hebben we de omvang van de steekproeven en de uit te voeren controles bepaald. Op de volgende gebieden hebben controles plaatsgevonden:
- Inkoop en aanbestedingen;
- Treasury;
- Facturen;
- Memorialen;
- Waarderen, activeren en afschrijven;
- Personeel;
- Subsidieverlening en vaststelling;
- Grondexploitaties;
- Participatiewet (incl. IOAW, IOAZ en BBZ);
- WMO;
- Jeugdwet, en
- Lokale hulpverlening.
Rechtmatigheidsfouten moeten in de verantwoording opgenomen en toegelicht worden indien zij boven het door de raad vastgestelde verantwoordingspercentage uitkomen. Wij hanteren de rapporteringstolerantie die ook met de accountant is afgesproken.
Conclusie uit controles
Bij de uitgevoerde Verbijzonderde Interne Controle is op het onderdeel Inkoop & aanbestedingen een rechtmatigheidsfout gevonden. Het betreft een niet-Europese aanbesteding van de brandverzekering, die wel Europees aanbesteed had moeten worden. Deze verzekering loopt van 2021 t/m 2024. In totaal is € 69.325 als onrechtmatig aangemerkt. Dit bedrag betreft de besteding in het jaar dat de onrechtmatigheid is geconstateerd.
Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
Misbruik en oneigenlijk gebruik is een van de criteria waarop de jaarrekening van de gemeente wordt getoetst. Dit criterium dekt samen met het begrotingscriterium en voorwaardencriterium de financiële rechtmatigheid af. In de financiële verordening wordt aangegeven dat het college verantwoordelijk is voor het vastleggen van beleid en interne regels op deze gebieden. Met de Nota Misbruik en Oneigenlijk gebruik, die op 18 december 2023 door de raad is vastgesteld, wordt invulling gegeven aan een van deze gebieden.
Het begrip misbruik en oneigenlijk gebruik wordt door de Commissie BBV in de Kadernota rechtmatigheid 2024 als volgt omschreven:
Misbruik
Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen.
Oneigenlijk gebruik
Het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.
Misbruik en oneigenlijk gebruik gaat zowel over mogelijkheden voor fraude, diefstal of andere vormen van zelfverrijking in de organisatie, ambtelijk en bestuurlijk, als over misbruik van regelingen door burgers, bedrijven en instellingen. In de praktijk zal vaak sprake zijn van samenspanning door externe partijen met één of meerdere personen binnen de gemeente.
Bij alle processen waar sprake kan zijn van misbruik en oneigenlijk gebruik moeten in de kaders voor deze regelingen waarborgen zijn opgenomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen.
Extern geldt dat geen middelen de deur uitgaan zonder toetsing aan geldende regelgeving. De gemeente Albrandswaard vindt het belangrijk dat o.a. de uitkeringen, subsidies en vergunningen naar de inwoners of bedrijven gaan die daar recht op hebben. Het is belangrijk dat ook de duur en hoogte van het bedrag juist is.
Om misbruik te voorkomen moeten we niet alleen naar buiten kijken, maar ook naar ons eigen handelen. Intern gelden integriteitsregelingen, de ambtseed, functiescheiding in (financiële) processen, maar ook aanspreekgedrag en collegiale toetsing.
Conclusie
Uit de uitgevoerde Verbijzonderde Interne Controle zijn geen gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik bekend geworden.
Aanbevelingen
Terug naar navigatie - Paragraaf 5 - Bedrijfsvoering - AanbevelingenBegrotingscriterium
Binnen de bestaande processen voor het budgetbeheer en de planning & control cyclus is veel aandacht voor de budgetoverschrijdingen. Het verder ontwikkelen van de rapportages en het verbeteren van de informatie met prognoses moet bijdragen aan een eerdere signalering van begrotingsonrechtmatigheden door overschrijdingen. Voor de onderschrijdingen van budgetten is over het algemeen minder aandacht. Hier zal ook actiever op gelet en gestuurd dienen te worden.
De SPUK-regelingen verdienen een aparte vermelding. Tot en met 2024 werden deze niet standaard begroot. Eind 2024 hebben we dit voor dat jaar nog gecorrigeerd.
Vanaf 2025 gaan we de SPUK-regelingen standaard meenemen in de begrotingscyclus.
Bovenstaande punten hangen ook samen met kennis en ervaring van alle collega's. Door de ontvlechting merken we dat kennis en ervaring niet op alle plekken even goed geborgd is. Ook zijn er een aantal 'weeffouten' in de formatie die door de ontvlechting zijn ontstaan. Hier gaan we in 2025 mee aan de slag.