In onderstaande balansspecificaties wordt een vergelijking gemaakt met de balanspositie per 31 december 2022.
Vaste activa
In onderstaande balansspecificaties wordt een vergelijking gemaakt met de balanspositie per 31 december 2022.
Vaste activa
Het BBV laat slechts beperkte ruimte voor opname van immateriële vaste activa op de balans. Voorbereidingskosten voordat een grondexploitatie wordt vastgesteld mogen op basis van BBV art. 34b worden geactiveerd als immateriële activa.
De post immateriële activa wordt onderscheiden in:
De bijdrage aan activa in eigendom van derden betreft een bijdrage aan de Rhoonse Ruiters voor de uitbreiding van de paardrijdbak. Het hierna opgenomen overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2022.
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Ad 1 - De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer:
Ad 2 – De investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Het hierna opgenomen overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven weer:
Ad 3 - De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek wordt in het verloopoverzicht een scheiding aangebracht tussen welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut had het volgende verloop:
De in de balans opgenomen voorraden betreffen de gronden in exploitatie.
Het verloop in de boekwaarde van de lopende bouwgrondexploitaties is als volgt:
(bedragen x €1)
In de prognose is rekening gehouden met een kostenstijging van 5% voor de plankosten en 3% voor bouw- en woonrijp maken, Daarnaast is er een opbrengstenstijging van 1%. Het rentepercentage is 0,87%. Het geraamde eindresultaat is op basis van eindwaarde, het negatief bedrag geeft in dit geval winst weer.
Voorzieningen grondexploitaties
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7 - Grondbeleid, vanaf pagina 121.
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder zijn als volgt gespecificeerd:
De Rekening-courant verhoudingen betreffen SVHW en SVn (startersleningen).
Bepaling voorziening
Van de reguliere debiteuren worden vorderingen ouder dan 1 jaar voor 100% in de voorziening opgenomen tenzij er een grote zekerheid bestaat dat de vordering nog inbaar is. Van de openstaande vorderingen die zijn ontstaan in 2022 is nog eens extra een bedrag van € 10.306 opgenomen.
Voor de inning van de openstaande vorderingen wordt door de Afdeling Financiën een actief invorderingsbeleid gehanteerd.
De saldi van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren (€ 28.497) en dubieuze debiteuren SVHW (€ 32.774) zijn in mindering gebracht op de kortlopende vorderingen.
(bedragen x €1)
De overige vorderingen inclusief de vorderingen openbare lichamen zijn als volgt gespecificeerd:
Van de openstaande debiteuren incl. vorderingen openbare lichamen per 31-12-2023 is in de eerste maanden van 2024 inmiddels € 357.556 ontvangen.
De vordering op de belastingdienst betreft voornamelijk compensabele BTW 2023 (€ 6.837). Dit bedrag wordt op 1 juli 2024 uitbetaald door de belastingdienst.
Uitzettingen in Rijks schatkist
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Het aanwezige kasgeld wordt tot een minimum beperkt, en burgers worden gestimuleerd zo veel mogelijk te pinnen.
De overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
De nog te ontvangen bedragen worden hieronder nader gespecificeerd.
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkering met een specifiek bestedingsdoel zijn:
Specificatie nog te ontvangen bijdrage faciliterend grondbedrijf:
Vaste passiva
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten en het verloop is in onderstaand overzicht per soort reserve weergegeven:
Structurele mutaties in reserves
Deze structurele onttrekkingen betreffen reserves ten behoeve van de dekking afschrijvingslasten.
(bedragen x €1)
Staat van reserves 2023
Het verschil tussen de reserves van de gemeente, per 31 december 2022 ad € 30.318.202 en de reserves per 31 december 2023 ad € 37.102.146 is niet gelijk aan het rekeningresultaat 2023. Bij de gemeente worden, anders dan bij het bedrijfsleven, al lopende het dienstjaar mutaties in reserves verwerkt. Deze mutaties kunnen geraamd zijn in de primaire begroting, maar kunnen ook het gevolg zijn van raadsbesluiten zoals bijvoorbeeld bij de tussenrapportages. Dit is wettelijk toegestaan. In de overzichten “Wat heeft het gekost” bij de programma’s is vermeld wat het geraamde bedrag van de mutaties is en het werkelijke
bedrag.
Bij het bedrijfsleven daarentegen wijzigt het eigen vermogen alleen door de verwerking van het rekeningresultaat en worden lopende het jaar geen mutaties in het eigen vermogen verwerkt.
Het verloop van de voorzieningen in 2023 is in onderstaand overzicht weergegeven.
De specificatie van de overlopende passiva is als volgt:
Specificatie vooruit ontvangen bedragen
De vooruit ontvangen bedragen bestaan uit subsidies die in volgende jaren worden besteed en reeds ontvangen bijdragen voor marktinitiatieven in het kader van het faciliterend grondbedrijf waarvoor de kosten pas in het volgend jaar gemaakt gaan worden.
Specificatie vooruit ontvangen bijdrage faciliterend grondbedrijf
Specificatie nog te betalen bedragen
Gewaarborgde geldleningen
Als gevolg van ontwikkelingen in de woningbouwmarkt en het beroep dat binnen afgesloten overeenkomsten (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) door woningbouwcorporaties en/of particulieren wordt gedaan op de gemeente ten behoeve van borgstellingen, bedraagt het totale saldo aan gewaarborgde geldleningen per ultimo 2023 € 34.377.613.
Het overzicht van de gewaarborgde geldleningen Verenigingen en Stichtingen en het overzicht van gewaarborgde geldleningen Particulieren is als bijlage 2 en 3 opgenomen.
Vennootschapsbelasting
Vanaf 2016 moeten gemeenten en gemeenschappelijke regelingen vennootschapsbelasting (Vpb) betalen over de winst die met ondernemingsactiviteiten wordt behaald. De Vpb moet jaarlijks worden bepaald op basis van de fiscale grondslag. Hierbij zijn standpunten van de Belastingdienst betreffende het wel of niet in aanmerking mogen nemen van baten en lasten voor de fiscale winstbepaling van groot belang. De aanslagen 2016 tot en met 2022 zijn inmiddels ontvangen. Deze aanslagen zijn conform de door ons ingediende definitieve Vpb-aangiften voor die jaren. Jaarlijks wordt bij het opstellen van de jaarrekening de VPB-positie
voor dat betreffende boekjaar bepaald. Zo ook voor het jaar 2023. De hieruit voortvloeiende financiële gevolgen zijn verwerkt. Voor het belastingjaar 2023 wordt in de loop van 2024 de definitieve Vpb-aangifte opgesteld en ingestuurd. Hiervoor is de uiterste inleverdatum 1 mei 2025.